Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Toezichthouder publiceert nieuw onderzoeksrapport

De Arbeidsinspectie heeft de afgelopen jaren via het programma Blootstelling Gevaarlijke stoffen veel aandacht besteed aan gevaarlijke stoffen op de werkvloer. Dat programma richt zich op de meest risicovolle stoffen. Voorbeelden hiervan zijn de zogeheten CMR-stoffen, waar bijvoorbeeld lasrook, houtstof, dieselmotoremissie en chroom-6 onder vallen. Ook was er aandacht voor sensibiliserende stoffen. Dit zijn stoffen waarvoor mensen overgevoelig kunnen zijn. Daarnaast keek de toezichthouder naar bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen die bedwelming, vergiftiging, verstikking, brand of explosiegevaar kunnen veroorzaken.

De toezichthouder kwam onder meer tot de conclusie dat werkgevers onvoldoende oog hebben voor algemene preventieve maatregelen. Denk hierbij aan het creëren van aparte ruimtes waar werknemers kunnen eten en drinken en zich kunnen omkleden. Of het gebruik van deksels op vaten om onnodige blootstelling te voorkomen, het gebruik van deugdelijke verpakkingen en leidingen om lekkages te voorkomen en geen opslag van gevaarlijke stoffen op de werkplek.

Een andere opvallende conclusie van de Arbeidsinspectie is dat werkgevers onvoldoende kennis hebben van de gevaarlijke stoffen die ze gebruiken en van de bijbehorende gezondheidsrisico’s, ook op de lange termijn. Het vervangen van gevaarlijke stoffen wordt minder vaak overwogen dan mogelijk is. Volgens de inspectiedienst is er ruimte voor meer innovatie op dat gebied.

Uit het rapport komt naar voren dat het nemen van maatregelen in overeenstemming met de arbeidshygiënische strategie, ook wel STOP-strategie genoemd, nog geen standaardpraktijk is. De Arbeidsinspectie wijst hierbij op overmatig gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen in plaats van technische beheersmaatregelen.

Het gebruik van de Arbocatalogus wordt volgens de toezichthouder ook nog niet breed toegepast op het onderwerp blootstelling gevaarlijke stoffen. En als de sector een Arbocatalogus heeft opgesteld en deze door de Arbeidsinspectie is getoetst, is de kennis daarvan bij werkgevers laag. Verder zouden werkgevers nog onvoldoende actief (en periodiek) invulling geven aan de arbozorgverplichtingen.

Andere verbetermogelijkheden die de Arbeidsinspectie voor werkgevers – en andere partijen – noemt zijn: breng risico’s in kaart, investeer in het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, investeer in de veiligheidscultuur en praat met elkaar over gezond en veilig werken. Investeer verder in kennis over gevaren, risico’s en effectieve maatregelen.

Alle bevindingen van de Arbeidsinspectie zijn te lezen op de website van de toezichthouder.

 

Bron: evofenedex.