Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

ARIE

De Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) is een regeling in het Arbeidsomstandighedenbesluit. De ARIE-regeling geldt voor bedrijven met vergelijkbare risico’s als bedrijven die volgens het Omgevingsbesluit zijn aangewezen als Seveso-inrichting: bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen.

Als er bij ARIE-bedrijven iets misgaat, kan dat evengoed grote gevolgen hebben voor de gezondheid en veiligheid van werknemers.

Om ook bij deze bedrijven zware ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen of de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken, gelden voor hen in grote lijnen dezelfde regels als voor de Seveso-inrichtingen. Deze bedrijven zijn verplicht om een ARIE uit te voeren en deze periodiek – tenminste eens per 5 jaar – te evalueren.

Vanaf 1 januari 2023 is een herziene ARIE-regeling van kracht. Deze herziene ARIE-regeling, inclusief bijlagen, is gepubliceerd op wetten.overheid.nl.

Bedrijven moeten zelf controleren of de ARIE-regeling voor hen van toepassing is. Dit doen zij door te inventariseren welke (categorieën) gevaarlijke stoffen zij in huis hebben – of kunnen hebben – en in welke hoeveelheden. Deze (categorieën) gevaarlijke stoffen zijn opgenomen in Bijlage I bij de herziene ARIE-regeling.

Vervolgens moet worden getoetst of de hoeveelheden gevaarlijke stoffen boven de drempelwaarden uitkomen. Deze drempelwaarden zijn opgenomen in Bijlage I, deel I en II bij de herziene ARIE-regeling.

Komen de hoeveelheden gevaarlijke stoffen boven de drempelwaarden uit? Dan is het bedrijf ARIE-plichtig.

Komen de hoeveelheden gevaarlijke stoffen niet boven de drempelwaarden uit? Het bedrijf is dan niet ARIE-plichtig. Wél moet het bedrijf de sommatieregel toepassen die is opgenomen in Bijlage I, deel III bij de herziene ARIE-regeling.

Het kan zijn dat een werkgever meerdere bedrijven (vestigingen) heeft op verschillende locaties. De werkgever doet in dit geval een aparte melding voor elk ARIE-plichtig bedrijf (vestiging). Stel, u heeft als werkgever 5 bedrijven (vestigingen) op verschillende locaties. Bedrijf 1 en 3 (op locatie 1 en 3) hebben gevaarlijke stoffen in huis in hoeveelheden boven de vastgestelde drempelwaarden. U doet 2 ARIE-meldingen, 1 voor bedrijf 1 en 1 voor bedrijf 3.

U logt in met een account of via e-Herkenning bij de Nederlandse Arbeidsinspectie en vult het meldingsformulier in voor elk ARIE-plichtig bedrijf/vestiging. Daarbij uploadt u een bestand met alle (mogelijk) aanwezige gevaarlijke stoffen. Stapsgewijs ziet het meldproces voor ARIE-bedrijven er als volgt uit:

Stap 1: Meldpagina

Stap 2: Inloggen

Stap 3: Opgeven gevaarlijke stoffen

Het inspectieproces voor ARIE-bedrijven is vergelijkbaar met het inspectieproces voor Seveso-inrichtingen De verplichtingen waaraan ARIE-bedrijven moeten voldoen zijn immers vergelijkbaar. Twee punten waarop een ARIE-inspectie afwijkt van een Seveso-inspectie: ARIE-inspecties worden, in tegenstelling tot Seveso-inspecties, uitsluitend door de Nederlandse Arbeidsinspectie uitgevoerd en nemen overwegend minder tijd in beslag.

Inspecteurs bekijken hoe de ARIE-bedrijven hun risico’s van het werken met gevaarlijke stoffen hebben beoordeeld en welke maatregelen zij hebben genomen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken. Ook bij ARIE-bedrijven zal hierbij worden gekeken naar het veiligheidsbeheerssysteem.

Een inspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie legt zijn/haar bevindingen altijd vast, waarbij ook wordt opgenomen welke eventuele overtredingen zijn geconstateerd. Per 1 januari 2024 moeten alle ARIE-plichtige bedrijven aan alle verplichtingen uit de ARIE-regeling voldoen.

Bron: NLA.