Integrale Veiligheidskundige (IVK)

De stafmedewerker integrale veiligheid streeft naar een integraal veiligheidsmanagement en beheert een aantal concrete projecten, dewelke tot uitvoering gebracht worden op en rond grondgebied Schoten, samen met alle andere betrokken gemeentelijke diensten en aanverwante instanties.

De functievervuller schenkt ruime aandacht aan alle relevante en dienst overschrijdende aspecten van de nood- en interventieplanning.

Taken
  1. Voorbereiden, opvolgen en bijsturen van een lokaal integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid:
  • Uitwerken van strategische doelstellingen in functie van het voeren van een lokaal integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid.
  • Begeleiden en opvolgen van diverse veiligheidsprojecten.
  1. Uitwerken en bijsturen van de nood- en interventieplanning:
  • Uitvoeren van de wettelijke bepalingen betreffende de nood- en interventieplanning.
  • Concreet en dagelijks beheren van de diverse nood- en interventieplannen, zowel de algemene als de bijzondere.
  • Opmaken, verspreiden en evalueren van de veiligheidsdossiers.
  • Opvolgen en ondersteunen van de diverse veiligheidsfora (gemeentelijke veiligheidscel, nooden interventiemanagement, intergemeentelijke werkgroep, …)
  1. Algemene coördinatie van projecten, actieplannen, campagnes, …:
  • Voorbereiden, uitwerken en opvolgen van actieplannen.
  • Opvolgen projectgroepen en de werking die eruit voortvloeit.
  • Coördineren van dienst overschrijdende projecten.
  • Coördineren van lokale en bovenlokale campagnes.
  1. Specifieke opdrachten voorbereiden en uitwerken:
  • Opdrachten van lokaal of bovenlokaal niveau beleidsmatig voorbereiden en uitwerken.
  1. Diversen:
  • Deelnemen aan relevante fora.
  • Deelnemen aan vormingsdagen, overheidsbesprekingen, enz.
Competenties
  • Besluitvaardigheid;
  • Initiatief;
  • Kwaliteitsvol werken;
  • Onafhankelijk denken;
  • Onderhandelen;
  • Ondernemen;
  • Plannen en organiseren;
  • Schriftelijk communiceren.

 

Adviseren

  • Verwerkt informatie en vormt deze om in meerjarenplan, afsprakennota, …
  • Vertaalt het beleid naar concrete doelstellingen;
  • Houdt rekening met alle relevante aspecten van een dossier;
  • Onderbouwt zijn/haar oordeel met beschikbare informatie en argumenten;
  • Betrekt de juiste personen of instanties bij een dossier.

Creativiteit

  • Stelt bestaande zaken ter discussie en stelt alternatieven voor;
  • Kijkt naar zaken vanuit verschillende invalshoeken en komt op basis hiervan tot nieuwe oplossingen of ideeën;
  • Bedenkt nieuwe werkwijzen;
  • Kan improviseren en experimenteren.

Mondeling communiceren

  • Formuleert helder en duidelijk;
  • Houdt een samenhangend betoog;
  • Sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties;
  • Kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon;
  • Vraagt door op gegeven informatie;
  • Toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen;
  • Brengt structuur en geeft houvast;
  • Gaat strategisch om met argumenten.

Netwerken

  • Legt en onderhoudt relaties met mensen in en buiten de organisatie;
  • Neemt initiatief tot samenwerking met andere diensten, ook buiten de organisatie;
  • Kan relaties opbouwen en onderhouden met mensen van allerlei niveaus;
  • Zoekt naar mogelijkheden om het netwerk te benutten voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking;
  • Houdt bij eigen beslissingen rekening met de opdracht en belangen van andere diensten;
  • Doorziet belangen en posities van anderen en kan daarmee omgaan.

Samenwerken

  • Overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen;
  • Leeft afspraken met leidinggevenden en collega’s na;
  • Blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang;
  • Helpt anderen;
  • Stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang;
  • Stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep;
  • Zoekt mee naar oplossingen bij conflicten;
  • Gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid.

Visie ontwikkelen

  • Neemt afstand van de dagelijkse problemen;
  • Neemt tijd om vooruit te denken;
  • Overziet grote gehelen en vereenvoudigt complexe situaties;
  • Ziet trends of verbanden met andere situaties of evoluties;
  • Richt zich op de hoofdlijnen en langere termijn;
  • Kan strategieën op een heldere manier voorstellen.

Zelfstandig werken

  • Kan met de nodige instructies aan de slag;
  • Is stipt in het nakomen van afspraken;
  • Kan werken zonder externe controle;
  • Stuurt bij indien er fouten optreden;
  • Werkt taken volledig en tijdig af.

Zelfvertrouwen

  • Heeft vertrouwen in eigen standpunten en draagt deze uit;
  • Geeft gemaakte fouten openlijk toe;
  • Heeft een stevige en weerbare opstelling in contacten;
  • Laat zich aanspreken op gedrag en staat open voor feedback;
  • Straalt vertrouwen uit;
  • Treedt consequent en vastberaden op.