De vijf meest gemaakte fouten in vervoersdocumenten met gevaarlijke stoffen

Het transport van gevaarlijke stoffen vraagt om uiterste nauwkeurigheid. Toch gaat het invullen van vervoersdocumenten, zoals de CMR-vrachtbrief of de IMO Dangerous Goods Declaration (DGD), regelmatig mis. Kleine fouten kunnen grote gevolgen hebben, waaronder vertragingen, boetes en veiligheidsrisico’s. Dit zijn de meest voorkomende fouten:

Voor de verschillende vervoersmodaliteiten gelden afwijkende voorschriften voor de taal waarin de documenten moeten zijn opgesteld. Hier zit een duidelijk verschil vanuit het ADR en de IMDG-code. Als het vervoersdocument niet in de juiste taal is opgemaakt, kan dit vervelende gevolgen hebben.

Essentiële gegevens zoals de hoeveelheid, de verpakkingswijze, het UN-nummer en de vervoersnaam moeten nauwkeurig vermeld worden. Zelfs kleine weglatingen kunnen leiden tot ernstige vertragingen bij inspecties.

Wanneer een transport afwijkt van de standaard indelingen voor gevaarlijke stoffen, moet hier melding van gemaakt worden op de vervoersdocumenten. Denk aan gevaarlijk afval of milieugevaarlijke stoffen.

De DGD moet altijd ondertekend zijn door een gecertificeerd persoon die verantwoordelijk is voor de verzending. Zonder handtekening of met een ongeldige handtekening wordt het transport geweigerd.

Controleer altijd wie het beladingscertificaat van een zeecontainer, dat onderdeel is van de IMO DGD, heeft ondertekend. De medewerker die de container daadwerkelijk heeft beladen moet de krabbel zetten en niet zijn collega van het bedrijfsbureau.

Bij multimodaal vervoer (over weg én zee) worden fouten gemaakt door de subtiele verschillen tussen het ADR (wegvervoer) en de IMDG (zeevervoer). Dit leidt tot vertragingen en problemen tijdens het overladen of inspecties in havens.

Bron: evofenedex.