Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Het waarborgen van veiligheid bij werken op hoogte

Er zijn diverse wetten, regels en normen van toepassing voor het werken op hoogte. In de Nederlandse wetgeving wordt gesproken over werken op hoogte wanneer je met je voeten op 2,50 meter of hoger staat. Ga je werken in het buitenland dan kan het zomaar zijn dat daar net wat anders gedacht wordt over werken op hoogte. Zorg dan dat je de specifieke regels van het betreffende land kent. Maar ook bedrijven kunnen andere regels ten aanzien van hoogte hanteren, zo geldt bij diverse industriële bedrijven een limiet van 1,80 meter of lager. Dit wordt beschreven in de Arbo catalogus van de branche.

In het Arbobesluit is vastgelegd dat je werkt op hoogte wanneer je met je voeten op 2,50 meter of hoger boven de grond (of water) staat. Maar hier staat ook dat je risico kunt lopen als je lager staat, maar er bijzondere omstandigheden zijn, zoals werken boven water, in aanwezigheid van verkeer of op een werkplek die kan bewegen en waarbij je kunt vallen. De 2,50 meter is dus geen absoluut getal.

Voor iedereen zal het duidelijk zijn dat het risico van werken op hoogte is dat je naar beneden kunt vallen. Dat kan je natuurlijk ook als je op 1 meter staat. Is er een vlakke ondergrond zonder obstakels, dan is een val van 1 meter over het algemeen niet levensbedreigend. Een breuk of flinke verstuiking is echter wel te verwachten. 

Maar wat nou als je van 1 meter hoogte valt en onder je staan stekeinden? Of onder je is stromend water? Dan opeens is er een reële kans dat je toch ook bij geringe hoogte overlijdt. Denk niet alleen aan personen die kunnen vallen, maar ook aan materialen of gereedschappen. Als je een steiger hebt aangebracht, maar er werken mensen tegelijkertijd boven/onder elkaar, dan is er een kans dat wanneer iets valt, een persoon geraakt wordt. 

En daarbij geldt ook nog eens dat van hoe hoger iets valt, hoe groter de impact is! Een kleine bout wordt dan een dodelijk voorwerp, ook als hij op iemand zijn helm terecht komt! Het afzetten van het werkgebied is dan, naast het aanlijnen van gereedschap, een noodzakelijke maatregel.

Denk bij valgevaar ook aan het werken in de buurt van sparingen of steile taluds! Je werkt dan technisch gezien misschien niet op hoogte, maar doordat je wel naar beneden kan vallen moet het wel als zodanig beoordeeld worden.

Naast vallen is er ook een gevaar wanneer in de buurt elektriciteit of zendmasten wordt gewerkt. Blootstelling aan elektrocutie of straling zijn dan risico’s waar rekening mee gehouden moet worden. En wat te denken van het omvallen van het ingezette materieel, bijvoorbeeld door wind, aanrijding, ongelijke of instabiele ondergrond?

Bij het inventariseren van risico’s dient ook gedacht te worden aan persoonlijke omstandigheden van de medewerker. Gebruikt de medewerker medicatie of is er sprake van een ziekte dan is verstandig medewerkers hierop te wijzen en zo nodig advies te vragen van bijvoorbeeld de bedrijfsarts. 

De gevaren en de mogelijke gevolgen zullen dus voor iedere werkplek en voor iedere persoon iedere keer opnieuw moeten worden geïnventariseerd en beoordeeld en voor iedere situatie moeten passende maatregelen getroffen worden.

Je legt de risico’s én de beheersmaatregelen vast in een RI&E en werkt dit verder uit in werkinstructies. Wanneer de werkzaamheden niet tot de standaardwerkzaamheden behoren, of wanneer er door een combinatie van factoren extra gevaren ontstaan is een Taak Risico Analyse – de TRA – nodig. Keuzes die in het ontwerp worden gemaakt, worden vastgelegd in een apart document dat bij het V&G-plan Ontwerpfase gevoegd wordt.

Een ladder of trap is geen werkplek. Het gebruik van een ladder of trap beschermt iemand niet tegen vallen, sterker, het gebruik vormt een extra risico op vallen, maar ook op letsel door lichamelijke belasting. Toch is er geen verbod op het gebruik, het gebruik is echter wel gebonden aan strikte voorschriften. 

Gaat het op hoogte mis, dan zijn de effecten vaak al snel ook ernstig. Kan je bijvoorbeeld met de AED snel boven komen? Kan je met een brancard snel iemand naar beneden krijgen zodat hij naar het ziekenhuis vervoert kan worden? 

Een zogenaamde suspension trauma relief strap – een band aan het valharnas waarin iemand kan gaan staan na een val om te voorkomen dat aderen afgeklemd worden – is alleen maar nuttig wanneer iemand bij kennis is en nog steeds kan handelen. In alle andere gevallen zal de persoon zo snel als mogelijk, maar in ieder geval binnen vijftien minuten, uit zijn benaderde positie moeten zijn gered. En ook op de grond zijn dan belangrijke aandachtspunten: laat iemand nooit platliggen!

Gebeurt dat wel dan is de kans groot dat de persoon alsnog overlijdt door stolsels in de bloedvaten. Gaat het mis in een hoogwerker, is er dan iemand in de buurt die weet hoe de noodbediening werkt?

Heel erg belangrijk is dus dat de BHV-ers weten hoe zij moet handelen en dat er middelen aanwezig zijn om hulp te kunnen verlenen. Is je eigen BHV-team hier op getraind? Misschien zijn er afspraken met de brandweer te maken?

Een werkgever is niet klaar met het zorgen voor juiste arbeidsmiddelen en het geven van instructie, er is ook een verplichting tot het toezicht houden.

Bron: Werk en Veiligheid.