Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Jurisprudentie: verzwijgen van arbeidsongeschiktheid

Werkneemster is op 21 augustus 2021 in dienst getreden bij de werkgever. Op 26 oktober heeft de werkneemster zich ziekgemeld bij de werkgever. De bedrijfsarts vindt dat de werkneemster bij aanvang van het dienstverband al arbeidsongeschikt was en ziet op dat moment geen re-integratiemogelijkheden. Werkneemster bleek al een jaar energetische beperkingen te ervaren in haar persoonlijk en sociaal functioneren, als gevolg van belastende privéomstandigheden in combinatie met intrapersoonlijke kenmerken en daarvoor onder behandeling te zijn. Ook is zij gedeeltelijk onder begeleiding van het UWV.

Werkgever heeft bij brief de arbeidsovereenkomst vernietigd wegens dwaling, dan wel werkneemster op staande voet ontslagen. De werkgever is van mening dat vaststaat dat werkneemster ziek was en dat ze opzettelijk de ziekte heeft verzwegen, zodat werkgever een arbeidsovereenkomst zou aangaan die ze anders niet zou zijn aangegaan.

De arbeidsovereenkomst kan volgens de kantonrechter op grond van dwaling rechtsgeldig vernietigd worden, als ten tijde van het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst een werknemer over zodanige informatie beschikt met betrekking tot zijn gezondheid, dat hij daarvan melding aan de werkgever had behoren te doen. Daarvan is sprake als de gezondheidstoestand zodanig is dat hem ingrijpend en langdurig zou belemmeren in de uitoefening van de overeengekomen werkzaamheden.

Dat is volgens de rechter hier het geval. Ook al is werkneemster in arbeidsomvang teruggegaan ten opzichte van haar vorige baan, nergens blijkt dat er bij deze arbeidsomvang geen sprake is van arbeidsongeschiktheid. Uit de rapporten van de bedrijfsarts blijkt dat de klachten hun oorzaken vinden in de privéomstandigheden en in de persoon van werkneemster zelf die gevolgen hebben voor haar sociaal persoonlijk functioneren die haar vervolgens in meer om mindere mate belemmeren in de uitoefening van haar functie. Werkneemster was dus nog aan het re-integreren bij haar oude werkgever toen zij de arbeidsovereenkomst met werkgever ondertekende. Dat werkneemster toch arbeidsgeschikt was heeft ze niet nader onderbouwd.

Dus hoewel de werkneemster zich inzette om weer volledig arbeidsgeschikt te worden om haar functie te vervullen, was zij dat op het moment van ondertekening van de arbeidsovereenkomst met werkgever niet. De werkgever heeft volgens de kantonrechter de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig vernietigd.

Het gevolg van vernietiging van een overeenkomst is dat de vernietiging met terugwerkende kracht werkt tot het moment waarop de rechtshandeling heeft plaatsgevonden, ofwel wanneer de overeenkomst is gesloten. Reeds verrichte prestaties moeten ongedaan gemaakt worden omdat deze onverschuldigd zijn verricht.

Dit betekent dat werkneemster in beginsel al het ontvangen loon dient terug te betalen. Maar de werkneemster heeft ook werkzaamheden uitgevoerd. Deze prestaties kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Zodoende komt de kantonrechter tot het oordeel dat de werkneemster aanspraak heeft op een deel van het loon.

Bron: Rechtbank Den Haag, 12 mei 2022.