De verordening categoriseert verschillende soorten kunstmatige intelligentie op basis van risico. AI-systemen met slechts een beperkt risico worden onderworpen aan zeer lichte transparantieverplichtingen, terwijl AI-systemen met een hoog risico aan een reeks verplichtingen worden onderworpen of zelfs verboden worden. AI-systemen zoals bijvoorbeeld cognitieve gedragsmanipulatie en social scoring worden uit de EU geweerd omdat het risico ervan onaanvaardbaar wordt geacht. De wet verbiedt ook het gebruik van AI voor voorspellend politiewerk op basis van profilering en systemen die biometrische gegevens gebruiken om mensen in te delen op basis van specifieke categorieën zoals ras, religie of seksuele geaardheid.
AI-modellen voor algemene doeleinden die geen systeemrisico’s met zich meebrengen, zullen worden onderworpen aan enkele beperkte vereisten, maar modellen met systeemrisico’s zullen aan strengere regels moeten voldoen. AI-systemen met een hoog risico en bepaalde gebruikers van een AI-systeem met een hoog risico die publieke entiteiten zijn, zullen moeten worden geregistreerd in de EU-database voor AI-systemen met een hoog risico. Daarnaast zullen gebruikers van een systeem voor emotieherkenning natuurlijke personen moeten informeren wanneer zij worden blootgesteld aan een dergelijk systeem.
Er is een klein artikel over AI-geletterdheid, een conformiteitsprocedure voor AI-systemen met hoog risico, er zijn een reeks governance bepalingen, markttoezicht met o.a. melden van ernstige incidenten, gedragscodes en nog veel meer. De verordening bevat 180 overwegingen, 113 artikels (met in artikel 3 68 definities) en 13 bijlagen. De Nederlandse tekst is 144 blz. Deze verordening treedt in werking op 2 augustus 2024 en is van toepassing met ingang van 2 augustus 2026.