Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

Wat moet je weten over werken met derden?

De Welzijnswet mag dan uitgaan van het principe dat zij enkel toepassing vindt op werkgevers en werknemers, in drie opeenvolgende hoofdstukken regelt zij ook situaties waarbij ook derden betrokken zijn. Deze regels moeten gezien worden als gradaties, waarvan op één concrete samenwerkingsvorm telkens maar één onderdeel toepassing kan vinden. Het gaat concreet om:

  • Tewerkstelling opeenzelfde, naburige of aanpalende arbeidsplaats.

  • Werkzaamheden, uitgevoerd doorondernemingen van buitenaf.

  • Werkzaamheden, uitgevoerd dooruitzendkrachten bij gebruikers.

  • Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen

In elk van deze situaties gelden eigen, specifieke regels.

De Welzijnswet legt vooral verplichtingen op aan de werkgever die een beroep doet op een onderneming van buitenaf. Hij moet elke aannemer weren waarvan hij kan weten of vaststelt dat deze de welzijnsregels niet naleeft. Formeel moet hij vervolgens een overeenkomst sluiten met de aannemer met daarin minstens drie specifieke bepalingen:

  • De aannemer verbindt zich tot het naleven en doen naleven van de welzijnsregels, eigen aan de inrichting.

  • Indien de aannemer de regels niet naleeft, kan de werkgever het in zijn plaats en op zijn kosten doen.

  • De aannemer moet deze verplichtingen ook opleggen aan zijn onderaannemers en hen verplichten hetzelfde te doen tegenover hun onderaannemers

Het merendeel van de inhoudelijke verplichtingen ligt bij de werkgever in wiens inrichting de werken moeten worden uitgevoerd.

De werkgever moet onder meer:

  • Zorgen dat de aannemer de welzijnsverplichtingen, eigen aan de inrichting, naleeft en zo nodig zelf, weliswaar na ingebrekestelling, de nodige maatregelen nemen indien de aannemer dat niet doet.

  • Informatie verstrekken aan de aannemer omtrent risico’s en maatregelen.

  • Zich ervan vergewissen dat werknemers van de aannemer passende opleiding en instructies kregen.

  • De werknemers van de aannemer onthalen.

  • Het optreden van aannemers en onderaannemers coördineren en hun samenwerking verzekeren.

Beduidend minder verplichtingen zijn er voor de aannemer zelf. Deze moet:

  • De welzijnsverplichtingen eigen aan de inrichting naleven en doen naleven.

  • Informatie doorgeven aan zijn werknemers en onderaannemers.

  • Informatie verstrekken over eigen risico’s.

  • Meewerken aan coördinatie en samenwerking.

Bron: Prebes.