Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Werk je met gevaarlijke stoffen?

Gevaarlijke stoffen vormen een onmisbare schakel in de Nederlandse economie. Deze stoffen zijn nodig bij de productie van bijvoorbeeld goederen die in onze samenleving noodzakelijk zijn. De komende periode vinden er de nodige veranderingen plaats op het gebied van het gevaarlijke stoffen. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen:

Richtlijn voor de opslag van lithiumbatterijen (PGS-37)

In 2023 wordt naar verwachting de nieuwe richtlijn gepubliceerd voor de veilige opslag van lithium-ionbatterijen: PGS 37. Voor de opslag tot 10.000 kg lithium-ionbatterijen staan er op dit moment nog geen eisen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling, terwijl het gebruik van deze batterijen de laatste jaren sterk toeneemt. Dit kan veiligheidsrisico’s met zich meebrengen.

Voorbereiding op gewijzigde voorschriften ADR 2023

Het ADR, de overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, wordt elke 2 jaar gewijzigd. De voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg staan in een Europese overeenkomst, het ADR (Accord relatief au transport international de marchandises Dangereuses par Route)Het ADR is onderdeel van de Nederlandse VLG (reglement voor het Vervoer over Land van Gevaarlijke stoffen). De Wet vervoer gevaarlijke stoffen vormt de basis van de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.

Per 1 januari 2023 verandert in ieder geval het volgende. AT-voertuigen mogen vanaf die datum voorzien zijn van een elektrische aandrijflijn. Iedereen die gevaarlijke stoffen vervoert waarvoor een AT-voertuig vereist is en wil overstappen naar elektrisch aangedreven voertuigen, krijgt daar dus mee te maken. Voor FL-voertuigen geldt dezelfde wijziging mogelijk vanaf 1 januari 2025. Voor EX-voertuigen is het nog totaal onduidelijk of en wanneer deze wijziging eventueel wordt doorgevoerd.

Nieuwe Omgevingswet per 1 juli 2023

De al enkele malen uitgestelde Omgevingswet is opnieuw uitgesteld, ditmaal tot 1 juli 2023. Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet is meer tijd nodig om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiezen minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), provincies, gemeenten en waterschappen voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023, in plaats van 1 januari 2023. 

De Omgevingswet bevat nieuwe regels voor het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Denk daarbij aan wet- en regelgeving voor natuur, milieu, water, wonen, infrastructuur en de inrichting van de ruimte. Ook de omgevingsregels die voor bijvoorbeeld chemische bedrijven gelden, vallen onder de wet.

Iedere ondernemer die een milieubelastende activiteit start, krijgt met de nieuwe Omgevingswet te maken. Een milieubelastende activiteit is een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu heeft of kan hebben (als er iets misgaat). Denk bijvoorbeeld aan het lozen van afvalstoffen of het bouwen van een groot magazijn. Het is dus belangrijk om je van tevoren in deze nieuwe wet te verdiepen.

Concreet zijn er 3 belangrijke wijzigingen waar je als bedrijf rekening mee moet houden:

  • Veel verantwoordelijkheden verschuiven van het Rijk en de provincie naar gemeenten. Deze maken vervolgens een eigen omgevingsplan.
  • Bedrijven zijn straks zelf medeverantwoordelijk om belanghebbenden (zoals burgers en gemeenten) bij nieuwe activiteiten te betrekken.
  • Voor bedrijven waar externe veiligheid een rol speelt (zoals de opslag van gevaarlijke stoffen) worden ‘aandachtsgebieden’ vastgesteld. Een gemeente kan dan mogelijk extra maatregelen nemen om groepen burgers te beschermen.

Bron: evofenedex.