Het is een van de schrijnendste en hardnekkigste verschillen in Nederland: de gezondheidskloof tussen welvarende en minder welvarende mensen. Het advies van de SER-commissie Sociaal Economische Gezondheidsverschillen ‘Gezond opgroeien, wonen en werken’ bevat aanbevelingen voor het komende kabinet om de kloof te dichten.
De 20 % meest welvarende mensen leven ruim 8 jaar langer dan de 20 % minst welvarende mensen in Nederland. Welvarende Nederlanders leven bovendien 24 jaar langer in goede gezondheid. Tussen theoretisch en praktisch opgeleiden is het verschil 5 levensjaren en 15 jaren in goede gezondheid. Dat zijn forse, maar vooral ook onrechtvaardige verschillen.
Mensen met gezondheidsproblemen hebben minder mogelijkheden om te werken en deel te nemen aan de samenleving. Private en maatschappelijke kosten van gezondheidsproblemen kunnen in de tientallen miljarden euro’s lopen. Tegelijkertijd liggen daar kansen: investeren in preventie en gezondheid kan heel veel opleveren, voor de overheid én voor werkgevers en werknemers. Dat vraagt wel ander beleid. Tot nu toe was het beleid vooral gericht op individuele mensen en de verbetering van hun gedrag en leefstijl. En hoewel gedrag en leefstijl de gezondheid beïnvloeden, is de gezondheidskloof toch alleen maar groter geworden.
De aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen is een collectieve verantwoordelijkheid en vraagt om een integraal beleid met aandacht voor gezondheid, werk, sociale zekerheid, onderwijs en leefomgeving. De maatschappelijke oorzaken van gezondheidsproblemen moeten aangepakt worden. Het beleid moet zich richten op het verbeteren van de gezondheid van iedereen, maar vooral van mensen in een kwetsbare positie.
Er is niet één knop waar we aan kunnen draaien, het gaat om een combinatie van oplossingen. De eerste aanbeveling is: zet gezondheid en preventie centraal in alle overheidsbeleid. Stel een minister van Gezondheid aan, of een andere bewindspersoon die alle beleid rond gezondheid en preventie coördineert en de transitie van zorg naar gezondheid aanjaagt. Licht al het beleid door op gezondheid en zorggebruik en kijk ook naar de maatschappelijke baten van gezondheidsbevordering.
Bevorder daarnaast de bestaanszekerheid. Waardig werk, voldoende inkomen, goede huisvesting en goede toegang tot onderwijs en zorg zijn cruciale voorwaarden om een gezond leven te kunnen leiden. Maak werk van een inclusievere en gezondere arbeidsmarkt. En zorg dat iedereen die kan werken, ook echt mee kan doen op de arbeidsmarkt. Want goed werk is een belangrijk medicijn bij gezondheidsproblemen.
En wat minstens zo relevant is: investeer in de gezondheid van jonge kinderen. De eerste duizend dagen van een kind zijn essentieel voor zijn of haar toekomst. Bevorder veilige, gezonde zwangerschappen en daarmee een kansrijke start. Breng de basis van het onderwijs op orde. Laat kinderen en jongeren meer bewegen gedurende de schooldag, organiseer gezondere maaltijden en bevorder gelijke kansen.
Daarnaast: versterk de gebiedsgerichte programma’s, met name voor kwetsbare regio’s en wijken. En verander het zorgsysteem in een gezondheidssysteem met aandacht voor chronische stress, bestaansonzekerheid en ongezonde prikkels in de sociale en fysieke omgeving van mensen. Als deze aanbevelingen concreet worden ingevuld, kunnen we een heel eind komen met het dichten van de kloof.
Bron: SER.