Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

Europese Raad voor strengere asbestwetgeving

Het standpunt van de Europese Raad, op basis waarvan de Raad met het Europees Parlement zal onderhandelen, is dat de huidige blootstellingsniveaus moeten worden verlaagd en dat asbestvezels moeten worden geteld via een modernere methode. Als er overeenstemming wordt bereikt, zouden de nieuwe regels ervoor zorgen dat geen enkele werknemer wordt blootgesteld aan een concentratie van meer dan 0,01 asbestvezel per kubieke centimeter. Dit is een tiende van de huidige waarde.

De EU-lidstaten hebben ook besloten een modernere en gevoeligere methode te gebruiken voor het tellen van asbestvezels, namelijk elektronenmicroscopie (EM). De lidstaten hebben 7 jaar om te voldoen aan de nieuwe methode-eisen. Zo krijgen ze voldoende de tijd voor een succesvolle omschakeling van de huidige meetmethode, de fasecontrastmicroscopie (PCM) naar de EM-methode. De Europese Commissie zou de opdracht krijgen om de lidstaten hierbij te ondersteunen. Tijdens de overgangsperiode kunnen de meetmethoden die momenteel worden gebruikt, van kracht blijven.

In september 2022 heeft de Commissie een voorstel ingediend tot herziening van de richtlijn betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest op de werkvloer. Deze maatregel is een van de belangrijkste initiatieven van het Europees kankerbestrijdingsplan.

De Raad en het Europees Parlement moeten overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijk standpunt over de voorgestelde herziening, voordat de wetgeving verandert. Het Parlement is nog bezig om een standpunt te bepalen.

Ondanks dat asbest in de EU sinds 2005 verboden is, is het nog steeds aanwezig in veel oudere gebouwen. Als asbestvezels bijvoorbeeld tijdens renovaties vrijkomen en worden ingeademd vormt het een bedreiging voor de gezondheid van werknemers. Bijna tachtig procent van de in de EU-lidstaten erkende vormen van beroepskanker houdt verband met asbest.

Bron: Europese Raad