Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

Geen ATEX-zones bij opladen heftrucks?

Tijdens het opladen van accu’s (niet bij alle typen accu’s) kan zich waterstofgas vormen. Er kan zich dus een explosief gasmengsel in en boven de accu vormen. Om de risico’s op explosies te beheersen, worden de voorschriften volgens de NPR 3299 of de IEC 62485-3 (tractiebatterijen) of de IEC 62485-2 (vaste batterij-opstellingen) toegepast. Je zou bij oplaadstations een ATEX-zone verwachten, maar normaalgesproken zoneren we niet.

In de praktijk moeten we goed kijken naar de situatie waar de acculaadstations zijn opgesteld. Dit kan gaan om een aparte ruimte, die specifiek is ingericht voor het laden van accu’s, een zogenaamde laadruimte.

Ook kom je vaak een enkele lader tegen in een grote hal. Dit is dan een laadplek.
Hoe dan ook, ventilatie is erg belangrijk en dient goed te worden beoordeeld. Hoe je dat moet doen staat in de genoemde normen beschreven.

Doorgaans kun je ervan uitgaan dat een grote hal voldoende ventilatie heeft om het waterstofgas te verdunnen. In de NPR 3299 wordt bij natuurlijke ventilatie uitgegaan van een luchtsnelheid van 0,1 m/s. Deze luchtsnelheid is normaal aanwezig in grote hallen en magazijnen, zodat er voldoende ventilatie plaats vindt. Het aanbrengen van extra ventilatieroosters is in dergelijke grote ruimtes niet noodzakelijk.

De gebruiker van een heftruck (of ander elektrisch voertuig) dient zich te houden aan de instructies van de fabrikant van het voertuig en de acculader. Erg belangrijk is dat tijdens het laden deksels openblijven, zodat het voldoende kan ventileren bij de accu.

Hoe dan ook, vlak boven de accu blijft een gevaarlijk gebied. We hanteren daar een onveilig gebied van 60 cm boven de accu. Dit betekent onder andere:

  • Geen ontstekingsbronnen boven de accu.
  • Niet roken of open vuur boven de accu.
  • Geen gebruik van gereedschappen totdat lader uitgeschakeld is en voldoende lang is gewacht.
  • Bij de accu alleen geïsoleerd gereedschap gebruiken in verband met gevaar voor kortsluiting.

De veiligheidsafstand tussen lader en accu dient minimaal 60 cm te zijn (in alle richtingen), zie NPR 3299 of IEC 62485-3.

Instructie voor gebruikers.

  • Breng de gebruikers op de hoogte van de gevaren en risico’s.
  • Gebruik een instructiekaart met de belangrijkste voorschriften.
  • Vraag een leverancier van de batterijen of lader voor het verzorgen van een instructie of maak een e-learning of video hierover.

Ondanks dat er doorgaans geen ATEX-zones aanwezig zijn bij acculaadstations, moeten deze situaties wel worden beschreven in het explosieveiligheidsdocument. Uiteindelijk zijn de genomen maatregelen erg belangrijk en noodzakelijk om gevaarlijke explosieve atmosferen te voorkomen.

Zowel voor vast opgestelde accu’s en ook tractiebatterijen zijn er diverse normen en voorschriften. Sinds 2021 zijn er ook voorschriften rondom het gebruik van lithium accu’s, zie IEC 62485-5 / -6.

Bron: IAB-ingenieurs.