Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

Hoe stimuleer je veilig werken met een nudge?

Ken je de vlieg in de urinoirs? Dit is misschien wel de meest bekende nudge die er bestaat. Een nudge is een duwtje in de gewenste richting voor veiliger gedrag op de werkvloer. Een nudge zet je vooral in wanneer mensen eigenlijk wel weten wat het gewenste gedrag is, maar waarbij het – om wat voor reden dan ook – toch niet altijd lukt om dat gedrag te vertonen.

Dagelijks krijgen we een stortvloed aan informatie te verwerken. En in tegenstelling tot wat we lang gedacht hebben, nemen wij het grootste deel van alle beslissingen (tussen de 95 en 99%) onbewust. Dat betekent dat we bij 95-99% van de beslissingen dus niet ‘echt’ nadenken over wat het gevolg van die beslissing is. Dit kan resulteren in een beslissing die niet de beste is voor onszelf in het heden of voor onze toekomst.

Maar waarom doen we dat dan toch? Omdat weloverwogen beslissingen heel veel tijd en (cognitieve) moeite kosten. Dus eigenlijk helpt ons brein ons een handje. Daarbij maakt ons brein gebruik van vuistregels (heuristics) en denkfouten (biases). Met nudging laat je deze vuistregels en denkfouten eigenlijk voor je werken: ze spelen in op het onbewust nemen van beslissingen en zorgen er dus voor dat je automatisch het gewenste gedrag vertoont.

Borden en instructies wijzen mensen op allerlei risico’s, maar als zij die waarschuwingen niet registreren, hebben ze ook geen zin. Aanwijzingen voor omleidingsroutes moeten wel gezien worden en bovendien moet iemand erover gaan nadenken. Op de weg is veel gedrag niet bewust. Bestuurders denken vaak niet na over verkeersborden en -regels als zij achter het stuur zitten. Zij zijn bezig met de plek waar naartoe ze op weg zijn, met de boodschappen, hun werk. Daarom kan een nudge goed helpen. Die speelt immers in op het onderbewuste.

Een nudge komt in veel verschillende vormen of gedaantes. Je moet wel weten welk gedrag je exact wil beïnvloeden. Daarbij geldt: hoe concreter hoe beter. Kreten als ‘werk veilig’ zijn veel te algemeen. Bovendien interpreteert iedereen ze anders. Mensen vullen zo’n boodschap op hun eigen manier in of zij vragen zich af wat ermee wordt bedoeld. Te algemeen werkt niet.

Daarom is het goed om een gewenste gedraging uit te lichten. Stimuleer dat mensen een helm dragen, zich aan afspraken houden of hun rommel opruimen. Zet daarop in. De kans dat het goede gedrag zich verspreidt als een olievlek is groot. Dit kun je steeds verder uitbreiden met nieuwe gedragsregels, de motivatie groeit met het gevolg dat de werkvloer steeds veiliger wordt.

Maar eenzelfde nudge kun je niet eindeloos inzetten. Een specifieke interventie werkt kortstondig. Dus bij een project dat enkele jaren gaat duren, moet je afwisselen. Het beste werkt een combinatie van bewuste en onbewuste interventies. Dus een nudge en bijvoorbeeld een verkeersbord dat aangeeft wat iemand moet doen.

Een voorbeeld bij wegwerkzaamheden. Behalve borden die de maximumsnelheid aangeven, kan er op verschillende andere manieren worden geattendeerd op niet te hard te rijden. Teksten als ‘Mijn vader is hier aan het werk’ spelen in op het gevoel. Hierdoor remmen bestuurders automatisch toch af, want iedereen kan zich iets bij de boodschap voorstellen.

Toch zien frequentere voorbijgangers zo’n waarschuwing van een ‘kind’ na een paar keer niet meer. Daarom is het goed te variëren en geregeld af te wisselen. Plaats bijvoorbeeld borden met: Over 3 kilometer mag je weer 100 kilometer per uur. Over twee weken zijn wij hier klaar. Het is namelijk goed om een ‘nare’ ervaring waarover mensen zich kunnen opwinden (oponthoud, omleidingen), positief te eindigen. Dan is de frustratie van het ongemak snel vergeten.

Nudging werkt dus via het onbewuste gedeelte van ons brein. Door het toevoegen van een nudge verander je de keuzearchitectuur in een bepaalde situatie. De keuzevrijheid blijft, maar je maakt één keuze aantrekkelijker en gemakkelijker, zodat deze eerder gekozen wordt. Zo zijn er dus verschillende nudges te bedenken die passen bij verschillende contexten. Het is wel altijd belangrijk dat contextuele factoren goed worden meegenomen. 

Voor het toepassen van een geschikte nudge, is het dus altijd belangrijk om de situatie en de doelgroep goed in kaart te brengen, te kijken wat al die mensen beweegt en vervolgens op basis van díe informatie ervoor te zorgen dat je de juiste nudge inzet om het gewenste gedrag te bereiken.

Een nudge is dus een goede techniek – een van de instrumenten – die kan bijdragen aan gedragsverandering. Het kost niet veel geld, terwijl er wel veel winst mee is te behalen. Een nudge speelt in op het automatische gedrag van mensen.

Arbeidsongevallen gebeuren vaak door verschillende factoren. Techniek, omgeving, gedrag. Soms is een nudge dan niet genoeg. Aanvullend, als stimulans hebben nudges zeker hun effect bewezen.

 Bron: Werk en veiligheid.