Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

NLA pleit voor verbetering bedrijfscultuur en werkgeversdienstverlening

De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) vindt dat opdrachtgevers meer hun ketenverantwoordelijkheid moeten nemen dan nu het geval is. Dat staat in het jaarverslag over 2022 dat onlangs is aangeboden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zo moet er meer aandacht komen voor een gezonde en veiligere bedrijfscultuur om het aantal ongevallen over de hele linie terug te dringen.  

Het rapport blikt terug op een jaar waarin de NLA helaas 51 dodelijke arbeidsongevallen registreerde. Er is geen sprake van verbetering, want dit aantal dodelijke slachtoffers wijkt niet af van voorgaande jaren waarin de Inspectie steeds 50 tot 70 dodelijke slachtoffers registreerde. De meeste dodelijke slachtoffers vielen in 2022 in de sectoren bouw (10), industrie (8) en vervoer en opslag (8). Als gevolg van een toename van het aantal meldingen en een capaciteitsuitbreiding bij de NLA, werden er in 2022 2.295 ongevalsonderzoeken afgesloten. Dit zijn er meer (+17%) dan in 2021. Het absolute aantal slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen is net als in eerdere jaren het hoogst in de sectoren industrie, bouw, handel en vervoer en opslag.

Gezondheid moet meer voorop staan. Beleid, procedures, gedragscodes of een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) met plan van aanpak zijn alleen effectief als ze goed geïmplementeerd en ingebed zijn in een organisatie. Met andere woorden: veilig en gezond werken moet ‘leven’ en richting geven aan de dagelijkse praktijk van het werk. Investeren in een verantwoorde veiligheids- en gezondheidscultuur is dan ook een belangrijk onderdeel van gezond werk. Ken de werkprocessen stap voor stap en betrek de werknemersvertegenwoordiging bij de aanpak om draagvlak te vergroten.

De NLA onderzocht de werking en doeltreffendheid van de Participatiewet en een aantal UWV-regelingen. Zo blijkt dat zeker een derde van de participatiedoelgroep niet de benodigde ondersteuning geboden kan worden. Dat komt onder meer vanwege het tekort aan tijd bij de uitvoeringsmedewerkers (van UWV en gemeente) en door wettelijke en gemeentelijke beperkingen om bepaalde ondersteuning in te mogen zetten. Ook wordt er slecht samengewerkt tussen afdelingen en organisaties als het gaat om de grote groep mensen in de Participatiewet met multi-problematiek (zoals fysieke en/of mentale problemen gecombineerd met sociale en/of financiële problemen).

Ook de dienstverlening aan bedrijven kan volgens de NLA sterk verbeterd worden. Op het gebied van zowel de onderlinge samenwerking als het vooropstellen van het gemeenschappelijke belang, als het gebruik en transparantie bieden vanuit een uniform registratiesystemen, is nog veel ruimte voor verbetering. De samenwerking tussen de werkgeversdienstverlening enerzijds en de werkzoekendendienstverlening is nog vaak verre van optimaal, wat onder meer het gevolg is van het feit dat de werkgeversdienstverlening regionaal is georganiseerd en de werkzoekendendienstverlening lokaal. Een betere facilitering van vraag en aanbod in de praktijk is dan ook broodnodig, zeker gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt en de impact van diverse (technologische) ontwikkelingen op het werk.

Bron: NLA.