Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

Teveel arbeidsongevallen onterecht afgewezen

Om uiteenlopende redenen kunnen verzekeringsmaatschappijen een erkenning van een arbeidsongeval weigeren. Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedris) staat in voor de controle, maar slechts één zesde van de weigeringen wordt effectief onderzocht.

In 2021 werd 14,8 % aangiften van arbeidsongevallen afgewezen door verzekeringsmaatschappijen. Dit percentage stijgt exponentieel sinds 1985, toen slechts 2,2 % werd afgewezen.

Verzekeringsbedrijven die een ongeval weigeren te erkennen als arbeidsongeval moeten dit melden aan Fedris, waarop Fedris kan beslissen om een onderzoek in te stellen. In 2021 werden op basis van een steekproef 3.609 onderzoeken ingesteld terwijl 18.199 afgewezen aangiften niet werden gecontroleerd. Na tussenkomst door Fedris werden 214 afwijzingen alsnog goedgekeurd. Aangezien slechts één zesde van de weigeringen effectief wordt gecontroleerd, ligt het aantal onterecht afgewezen slachtoffers in de praktijk wellicht een pak hoger.

Indien alle weigeringen zouden onderzocht worden, zouden naar schatting nog eens 1.073 dossiers op jaarbasis toch goedgekeurd worden. Elk jaar krijgen dus meer dan 1.000 slachtoffers van een arbeidsongeval onterecht geen erkenning.

CD&V dient om die reden een wetsvoorstel in dat alle afgewezen erkenningen door verzekeringsmaatschappijen onderzocht moeten worden door Fedris. Om deze extra kosten te dekken moet de verzekeringsmaatschappij die een ongeval weigert of oordeelt dat er twijfel bestaat over de toepassing van de wet op het ongeval een retributie van 100 euro betalen aan Fedris.

Naast een betere controle wil CD&V met het wetsvoorstel ook slachtoffers van een arbeidsongeval beter informeren door sneller inzage te krijgen in de aangifte. Bovendien wordt ook voorgesteld om de regeling voor gehuwden en wettelijk samenwonenden gelijk te schakelen en de kwetsbare positie van uitzendkrachten te verbeteren.

 

Bron: CD&V.