Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin

Nieuwe Europese verordening over algemene productveiligheid

Voor toestellen (machines, installaties, …) die niet onderworpen zijn aan een Europese wettekst die een CE-markering (en minimale veiligheidseisen) oplegt of waarbij deze wettekst slechts een deel van de risico’s van het toestel afdekt, zijn er nog altijd de wettelijke productveiligheidsregels (richtlijn 2001/95/EG). De verplichting uit deze wetgeving is dat de fabrikant veilige toestellen op de markt moet brengen.

De fabrikant van een bekend koffietoestel moest zo enkele jaren terug een grote terugroepactie organiseren nadat bleek dat in een klein aantal gevallen er bij de opwarming van het water, kans was op een explosie. Een koffieapparaat heeft weliswaar een CE-markering maar voldoet op die manier enkel aan de laagspanningsrichtlijn voor de elektrische risico’s. Het risico op ontploffing is daarmee echter niet afgedekt. Daarvoor valt men dus terug op de algemene productveiligheid, die niet alleen geldt voor werknemers maar voor alle consumenten. 

Verordening (EU) 2023/988 werd op 10 mei 2023 aangenomen door het Europees Parlement en de Raad en trekt richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid in. De verordening legt een nieuw kader vast. Ze wijzigt ook verordening (EU) 1025/2012 en richtlijn (EU) 2020/1828 en trekt richtlijn 87/357/EEG van de Raad in.

Net als voor machineveiligheid wordt deze tekst een verordening waar dit voorheen geregeld was door de Productveiligheidsrichtlijn 2001/95/EG.

Richtlijn 2001/95/EG voorzag in de vereiste dat consumentenproducten veilig moeten zijn en dat de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten moeten optreden tegen gevaarlijke producten en met het oog daarop informatie moeten uitwisselen via het systeem van de Unie voor snelle uitwisseling van informatie (Rapex).

De algemene veiligheidsvoorschriften waaraan producten en diensten moeten voldoen, worden gedefinieerd in het Wetboek economisch recht, boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten, ingevoerd via de wet van 25 april 2013. Deze regels zijn de omzetting van de richtlijn 2001/95/EG.

Die wetgeving bevat alle vereisten voor alle algemene veiligheidsaspecten. Het is een overkoepelende wetgeving over de veiligheid van producten en diensten. Het toezicht op deze productveiligheid valt onder de bevoegdheid van FOD Economie.

De producenten zijn gehouden uitsluitend veilige producten op de markt te brengen en veilige diensten aan te bieden. Als er gevaarlijke producten of diensten op de markt zijn, dan kunnen consumenten, producenten, distributeurs, werkgevers en overheden steeds beroep doen op het ‘Centraal meldpunt voor producten’ dat wordt opgericht binnen de FOD Economie. Producenten en distributeurs hebben bovendien de verplichting om het Centraal Meldpunt voor producten onmiddellijk in kennis te stellen wanneer zij weten, dat een product of dienst, door hen op de markt gebracht, voor de gebruiker risico’s met zich brengt die onverenigbaar zijn met de algemene veiligheidsverplichting.

Bron: FOD.