Werken op hoogte brengt een aantal risico’s met zich mee. Naast het valgevaar is er ook het gevaar dat een voorwerp naar beneden komt. Er zijn verschillende risico’s bij het werken op hoogte:
- Vallen van hoogte.
- Vallen door de opening van een werkvloer.
- Getroffen worden door een vallend voorwerp.
- Een mogelijk langere vluchtweg bij calamiteiten.
Vóórdat er gewerkt wordt op hoogte moeten de volgende vragen gesteld worden:
- Is het mogelijk het werk niet op hoogte uit te voeren?
- Kan het risico van vallen vermeden worden?
Als het antwoord op deze vragen negatief is, moet de werkgever vervolgens een RI&E maken en de nodige maatregelen nemen om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk te beschermen.
Er zijn verschillende situaties denkbaar waarin de werkgever maatregelen moet nemen:
- Er wordt gewerkt op 2,5 meter hoogte of meer.
- Bij risico’s voor de werknemer, ook als het hoogteverschil kleiner is dan 2,5 meter. Denk bijvoorbeeld aan werken boven water of bij aanwezigheid van verkeer.
- Wanneer er wordt gewerkt op arbeidsplaatsen die in beweging zijn of kunnen komen en waarbij sprake is van valgevaar.
- Bij werken op hoogte kan een aantal maatregelen genomen worden die ervoor zorgen dat de veiligheid gegarandeerd wordt. Er kunnen bijvoorbeeld voorzieningen zoals leuningen of steigers worden geplaatst.
- Alleen als het gebruik van dit soort voorzieningen niet mogelijk is, mogen beschermingsmiddelen worden gebruikt. Daarbij hebben collectieve beschermingsmiddelen, zoals vangnetten, de voorrang boven persoonlijke beschermingsmiddelen.
Voorbeelden van persoonlijke beschermingsmiddelen:
Een valbeveiligingssysteem. Samen met de in het valbeveiligingssysteem opgenomen harnasgordel en valdemper is de gebruiker niet alleen beschermd tégen een val, maar ook tijdens de val en daarna. Door het juist kiezen van het bevestigingspunt moet de valafstand wel zo klein mogelijk worden gehouden. Wie een harnasgordel gebruikt, moet precies weten hoe het systeem werkt en hoe te handelen in geval van nood. Daarom is het verplicht medewerkers te trainen in het gebruik.
Een vallijn: ‘fall restraint’ sluit een val volledig uit, omdat de persoon niet bij de rand kan komen, en een ‘fall-arrest’ zorgt ervoor dat de persoon niet tot aan de grond kan vallen.
De werknemers moeten de benodigde spoedeisende hulpverlening kunnen bieden wanneer iemand gevallen is.
Valgevaar is een groot risico, maar er zijn voldoende mogelijkheden om de risico’s te beperken. Werkgevers en werknemers kunnen daar zelf ook aan bijdragen. Denk hierbij aan het volgende:
- Stel een goede RI&E op.
- Zorg dat in het bouwontwerp al structurele arbeidsmiddelen voor werken op hoogte en valbeveiligingen worden opgenomen.
- Laat werknemers zoveel mogelijk vanaf een veilige plek (steiger of bordes) werken.
- Respecteer leuningen en hekken.
- Scherm vloer- en wandopeningen af.
- Neem geen onnodige risico’s.
- Ruim de werkplek voortdurend op om de kans op struikelen, uitglijden of verstappen te voorkomen.
- Werk alleen met een valbeveiliging als er ook mee geoefend is.
- Gebruik alleen een goedgekeurde valbeveiliging (CE-merk fabrikant is voldoende).
ls een hoogteverschil onvermijdelijk is, moeten de volgende factoren nauwkeurig worden geanalyseerd:
- De aard van de werkplek – plaats, machines, uitrusting, materiaal, omgeving, enz.
- De bron van het gevaar – werkhoogte, nabijheid van een afgrond, andere werken in de buurt, enz.
- De aard van de werkzaamheden – opdracht, duur, frequentie, positie, enz.
- De achtergrond van de werknemer – bekwaamheid, ervaring, leeftijd, fysieke geschiktheid, hoogtevrees, enz.
Bron: Arboportaal.